Vergeten Verzet van Dirk Bons en zijn zoons

               Vernoemd in een Amsterdamse straat, daarna weinig genoemd

PAGINA IN OPBOUW

Beste foto’s van Duitsers

Ik mis WO2-foto’s van de Amsterdamse familie Bons in haar stad.  Geen enkele is te vinden in de  Beeldbank van het Niod. De  Ommen-foto met Ton  is onlangs toegevoegd, maar niets van zijn vader, broer Co en zus Joke.’’

,,Erg jammer, maar wel verklaarbaar’’, zegt drs. Harco Gijsbers, coördinator van de Beeldbank. Die telt  175.000 foto’s uit WO2. Een gigantisch aantal, maar beperkt in de historie van het verzet. ,,Het kon bijna niet. Iedereen dook weg als hij een camera zag, als het bijvoorbeeld om onderduik ging. Uit angst dat een foto in handen van de Duitsers kwam.’’

Hij zegt dit in een decor  van fraaie uitvergrotingen van het Amsterdamse leven in de eerste twee oorlogsjaren. Gemaakt door nazi Franz Anton Stapf, een vaardige fotograaf die zich al voor 1940 in Amsterdam vestigde. Eind 1941 vertrok hij naar het Oostfront.

Heel fout was die man dus, dan een tentoonstelling In het Nationaal Instituut Oorlogs, holocaust en genocidestudies? ,,Het zijn uitstekende foto’s en dan is de oorsprong acceptabel’’, redeneert Gijsbers. ,,Stapf had alle ruimte en gelegenheid voor goede foto’s. Hij had ook het beste materiaal. De Duitsers hechtten belang aan foto’s van  goede kwaliteit over hun veroveringen. En van de strijd, veel soldaten kregen een camera mee om aan het front hun glorie vast te leggen. ‘’

,,Maar dat is reden temeer om altijd aan iedereen, ook de media, te vragen of er nog foto’s of ander beeldmateriaal van onze kant ergens op zolder hebben liggen, misschien wel achter een muurtje.’’

Veel beelden van Stapf tonen een nog weinig verstoord stadsleven. Het bord Joodschestraat is  een ijselijke aankondiging van onheil, de vertaling daarboven benadrukt  de opgelegde buitensluiting van een bevolkingsgroep.  Een wetenschappelijk instituut als het Niod doet zulke Duitse bronnen en beelden niet in de ban.  De tentoonstelling is tot 5 mei te zien (gratis) in de hal van het Niod, Herengracht 380, Amsterdam.    

Er is hoop. Driekwart eeuw waren van de Februaristaking, in heel Europa gewaardeerd vanwege de vroege opstand, geen foto’s bekend. Vervolgens doken in 2016 en 2017 foto’s op van massa-arrestaties in Amsterdam en oproer in de Zaanstreek, beide keren vlak voor de herdenking bij de Dokwerker.

Opmerkelijk: De naam van Stapf stond tot 16 februari 2017 als Joods slachtoffer op de herdenkingsmuur van de Hollandsche Schouwburg, berucht startpunt van de deportaties naar de vernietigingskampen. Gevolg van slechte archivering. Toevallig kwam korter geleden een vergelijkbare blunder in het nieuws: namen van drie SS’ers op een monument  voor oorlogsslachtoffers in Leidschendam. 

Er zijn in ’44 en ’45 wel verschilllende foto’s gemaakt van verzetswerk, deels door professionele fotografen in het collectief De Ondergrondse Camera. Ze vereeuwigden het verzet, vertelt Gijsbers, zoals het uitpakken van in droppings afgeworpen wapens. Een foto als die in Ommen, in het vrije veld, zo uitdagend met wapens, is hem van die groep niet bekend.

Een van  de ‘ondergedoken camera’s’ was Bert Haanstra, de latere cineast van meesterwerken als Fanfare. De internetpagina Haanstra-7 mei toont een mooie foto van de aanleg van illegale telefoonlijnen, daarna de enorme paniek toen op de Dam gefrustreerde Duitsers wild om zich heen schoten. Hij vereeuwigde de ontzetting, van heel nabij. Twee  dagen na de bevrijding waarschijnlijk de enige keer dat Haanstra de kogels hoorde fluiten. Hij zou ook de enige van vijftien fotografen zijn geweest die de vuurlinie instapte voor d e ultieme foto.