‘Verstrooid’ vliegtuig 1
Lancaster vernietigd boven de Graafstroom
Een voltreffer van een Messerschmidt nachtjager scheurde de lancaster ND 559 bommenwerper boven de Graafstroom volledig uiteen. Aan weerszijden regende het verpulverd aluminium, gloeiend machinestaal, wapenresten en zeven bemanningsleden. Deze afschuwelijke verstrooiing vond plaats op 22 mei 1944, op de oevers lagen de dorpen Molenaarsgraaf en Brandwijk, hart van de Alblasserwaard.
Zes bemanningsleden kwamen om. De laatste grote onderaardse herinnering, één van de vier propellers, werd 1 mei 2015 opgegraven uit het land van mijn oom Piet, dus ook de geboortegrond van oom Dirk.
De Lancaster was een zogeheten pathfinder en vloog voor de hoofdmacht uit. Pathfinders hadden geen bommen, maar moesten de doelen in het donker lokaliseren en daarboven fakkels aan parachutes afwerpen. De luchtarmada volgde enige minuten later om boven verlichte doelen hun bommen af te werpen, beschrijft de regionale onderzoeker Arjan Wemmers.
Die verkenners liepen door hun kleine aantallen waarschijnlijk de grootste risico’s, maar de ND 559 was al van zijn missie boven Duisburg onderweg naar huis. Nauwelijks vijf minuten vliegen voor Rotterdam en tien voor de kustlijn boorde zich een kogelregen door de bodem van het toestel. Voor Duitse jachtvliegers de populairste aanvalsplek omdat die onbeschermd was. In tegenstelling tot de Amerikaanse B17, het befaamde Vliegend Fort. Die had onder een buikschutter met een 'tweeling', ofwel twee parallelle zware mitrailleurlopen, in een omgekeerde koepel. De Lancaster had geschutskoepels voor, boven en achter, maar onder niets anders dan grote bomluiken.
Het toestel was als verkenner wel voorzien van de nieuwste radar. Die mocht in geen geval in Duitse handen vallen. Hoewel de ‘kist’ geen bommen vervoerde, was er wel een pittige springlading aangebracht rond die apparatuur. Die moet bij teveel averij tot ontploffing worden gebracht als het laatste bemanningslid eruit was gesprongen.
Maar de Duitse jachtpiloot trof de springlading eerder, die explodeerde veel te vroeg. Piloot W.J. Ward bevond zich het verst van de explosie, wist er uit te springen en landde aan zijn parachute in de Graafstroom. De Duitsers namen hem in krijgsgevangenschap, hij overleefde de oorlog.
Aanvankelijk wilden de Duitsers zelfs een begrafenis van de zes slachtoffers verbieden, maar de uit Dordrecht overgekomen hoofdofficier tolereerde die na sterke aandrang van de bevolking. Die kreeg twee uur de tijd om de kisten te timmeren en te begraven achter de NH kerk van Molenaarsgraaf. Elk eerbetoon werd verboden, maar nadat de Duitsers weer naar hun kazernes waren teruggekeerd, plaatste de bevolking een kruis met de zes namen op de begraafplaats.
De vliegtuigresten waren over een groot gebied verspreid. Wat aan de oppervlakte lag werd opgeruimd, aan de voorzijde van de kerk verrees een berg als van een sloopbedrijf. Veel was een metertje weggezakt in de weke poldergrond, eigenlijk alleen geschikt voor gras en wilgen. Een propeller met zijn motor als zinker verdween helemaal, naar drie, vier meter diepte. Bij de familieboerderij van Bons. De autoriteiten hadden er tientallen jaren geen behoefte aan daar te laten graven.
De vier foto's tonen de resten van de romp in één van de vele wateren van Brandwijk, twee keer de begraafplaats en het 'vliegtuigkerkhof' voor de kerk.
De vier foto's komen uit de fotocollectie van Arjan Wemmers. De foto’s van Lancaster bommenwerpers zijn gehaald uit Wikimedia,
Volgende pagina: Verstrooid vliegtuig 2