Ton Bons ontvluchtte met broer Co het eerste onderduikadres in Friesland. De oudste vond een nieuw onderkomen in Salland en was daar niet enkel en alleen pilotenhelper.

Illegaliteit over geloofsgrenzen heen 

Halverwege de oorlog zochten de Duitsers steeds intensiever naar jongelui voor de Arbeitseinsatz. De zoons Ton en Co ontvluchtten daarom Amsterdam  en doken in juli 1943 onder bij een huisarts in Augustinusga (Friesland). Wat bewijst hoe ver de relaties van hun vader zich uitstrekten.

Zes weken. Het hele dorp wist van hun onderduik.  Dat leek hen niet veilig en daarom vertrokken ze‘’, beschrijft  Monique Bons deze startactie in het verzet. De jongste keerde terug naar Amsterdam, Ton ging naar Oost-Salland

Eerste vermelding van Ton Bons is zijn deelname aan de roof van dertig radio’s uit een gemeentelijke opslag met kp-leider Jan Seigers en Jan Houtman. Die wordt in twee boeken beschreven. Kort in De Ondergrondse van Hilbrink, uitgebreider 'Onder kroon en kruis' van W. Stapppenbelt, bijna de bijbel voor oorlog en verzet in het stadje. 

Het is najaar 1943. De pilotenhulp is al aan de gang, maar het trio wil op andere wijze de vijand treffen, al is het maar indirect. Stappenbelt beschrijft dat droog. De ingenomen radio's lagen in een magazijn van meubelhandelaar Zandbergen. Die gaf de mannen gewoon de sleeutel en was weg toen de radio's werden opgehaald. Over straat lopen of rijden met die apparatuur had natuurlijk wel enig risico, al kun je er bijna bij gniffelen als je aan de latere accties van de drie denkt. 

Verder organiseerde mijn neef voor een groep vluchtelingen onderduik in Slagharen, via de pastoor van het dorp. Voor Ton, opgegroeid als gereformeerde broeder, was het religieverschil geen belemmering. 

Tussen Ton en een meisje uit Dedemsvaart, Joke Kwant, groeide ondertussen een oorlogsliefde. Die hield stand tot het einde.  In juli 1944, toen Ton voor het eerst in het ouderlijk huis van Joke mocht overnachten, stormde een overvalcommando binnen. Een klassieke ontsnapping door het dakraam en over de dakgoot volgde, deze keer bleef hij uit handen van de vijand.

Ton school enige tijd in buurtschap De Krim in een hooimijt, waar ongedierte hem het leven vergalde. Hij keerde terug naar Amsterdam. De Duitsers hadden een bloedhekel aan geallieerde piloten, die hun land kapot bombardeerden, en hun helpers. Omdat ze Ton op de korrel hadden, was Overijssel voor hem gevaarlijker dan de hoofdstad. Ondanks de afstand bleef de liefde intens. 

Veelzijdig was Ton beslist in dat jaartje verzet in Salland. Ook geografisch, hij opereerde in Hardenberg, Slagharen en Ommen en koerierde naar Zwolle.  Hij stal wel eens wat van de Duitsers, uit een onbewaakt magazijn.  Alles in samenwerking. Die met een pastoor ga ik zeker uitzooeken.....in de komende vier jaar. 

Volgende pagina: Andere verzetsgroepen

Vollgende gerelateerde pagina: Oorlogsmonumenten