Omweg na omweg
Een ontsnapping over duizend grillige kilometers van de Veluwe. Daaronder zelfs een etappe 'terug naar het noorden', uiteindelijk toch naar de invasietroepen, die hem in Frankrijk tegemoet vochten. De Amerikaanse vliegenier James Anslow bereikte ze dankzij de moed van veel pilotenhelpers in drie landen. Pilotenhulp kostte onder anderen Wicher Dam zijn leven, niet voor niets.
Op 29 april 1944 stortten in één middag vier grote bommenwerpers neer op de Veluwe. Wonderwel overleefden alle 41 bemanningsleden, met parachutes en een buiklanding. Radio-operator James Anslow landde nabij het Apeldoorns Kanaal en redeneerde: dat water loopt naar het zuiden, een lange weg naar Spanje (het was zes weken voor D-day), maar prima richtsnoer voor een lopend beginnetje.
Bij Apeldoorn trof hij de eerste pilotenhelper: boerin Johanna Buitenhuis, die hem opving het verzet inschakelde. Hij kreeg burgerkleding en werd op de trein naar Deventer gezet.
Acht dagen school hij aan de Handelskade bij de familie Jansen, een echtpaar met drie kinderen. Niet altijd was sprake van schuilen, beschrijft Anslow:
,,Mijnheer Jansen neemt mij mee de stad in om pasfoto’s te maken voor een vervalst persoonsbewijs.’’ In Deventer werd Albert Bavouzet toegevoegd, een ontsnapte Franse soldaat die hem in Frankrijk naar Spanje moest loodsen.
In de ‘verkeerde richting’ reisden ze naar Zwolle, verbleven enkele dagen bij de familie (George) Bruggemeijer. Het huis zou een Soete Inval zijn geweest voor talloze onderduikers, onder hen Joden.
Hij liet zich daar fotograferen, maar Anslow wijdde slechts weinigzeggende regels aan zijn verblijf in Ommen. De volgende reis naar Losser viond hij meer aandacht waard: ,,We reizen in een gestolen Duitse legerauto, in Duitse uniformen. We komen langs het grootste militaire vliegveld in Holland. We worden opgehouden door marcherende Wehrmachtsoldaten, die we voorzichtig voorbij rijden. Ik heb een pistooltje bij me, maar hoef dat gelukkig niet te gebruiken.’’
In het buitenhuis van de familie Blijdenstein in Losser verbleef Anslow twee weken. De negenjarige zoon Lex leerde hem schaken, een medicijn tegen verveling. Daar werd Bavouzet vervangen door Herve Clerc, uit het Zuid-Franse Toulouse. ,,Bavouzet woont in Noord-Frankrijk, gevreesd wordt dat hij Anslow daar in de steek zal laten.''
Vanaf eind mei ging het duo crescendo naar het zuiden. Per trein, na Tilburg een dagje te voet de Duitse grenswachten omzeilend, een dag onderduik in Turnhout en in een vrachtwagen naar de Franse grens. Daar kregen de twee gepaste vervoermiddelen voor de volgende etappe naar Roubaix: fietsen. Vandaar naar Soissons, waar ze 6 juni een feestje vierden: D-day in Normandië.
Maar nog lang niet vrij, zestig kilometer boven Parijs. Toen voor hun onderduikadres een Duitse stafauto stopte, vluchtten ze door het slaapkamerraam. Onnodig omdat de Duitsers slechts kwamen fourageren in de boerderij en niet binnen kwamen.
Het vele bloed dat in Normandië vloeide maakt de twee steeds moediger. Ze assisteerden bij een dropping, Anslow verbeterde een netwerk van illegale zendstations. Onderweg naar Toulouse raakt Clerc gewond bij een overval op een Duitse wachtpost. Hij overleefde het.
Anslow bereikte op 9 september het bevrijde Limoges en kon meteen in een vliegtuig naar Londen stappen.
De radioman zwierf in drie maanden ver naar het zuiden, om bevrijd gebied heen. Als Anslow in Soissons ondergedoken was gebleven, was hij eerder bevrijd.
In Losser was de Amerikaan het verst verwijderd van Spanje. Dat hij eerder dertig kilometer pal naar het noorden reisde laat zich verklaren. Verzetsgroepen waren voorzichtig met uitwisseling van informatie. Er was bijvoorbeeld een pilotenlijn via Zutphen, maar die was waarschijnlijk onbekend in Deventer.
Hoewel Anslow niet elke dag punctueel beschrijft, laat de datum van het Ommer fotomoment zich goed schatten: omstreeks 15 mei 1944. Speculatie in Dagblad Trouw dat de Wolfskuil-foto’s viering van D-day laten zien, was voorbarig, maar vluchtroute en -data van de Amerikaan waren toen nog niet bekend.
Anslow en navigator John Low bereikten als enigen van 41 gestrande vliegers bevrijd gebied. Velen vielen al op de Veluwe in Duitse handen, de rest onderweg naar Frankrijk
Bron en foto's: Luchtalarm op de Veluwe, 2002, in 2010 in een omnibus heruitgegeven onder de titel 'Ondergedoken op de Veluwe'. 'Van amateur-historicus Wolter Noordman.