Vergeten Verzet van Dirk Bons en zijn zoons

               Vernoemd in een Amsterdamse straat, daarna weinig genoemd


Naast het drietal Gerrit Hoogstraaten, Arie Prins en Ben Hollander uit de Middenbeester, kort beschreven in  De tien., was er nog een vierde slachtoffer. Vader Jan Prins, nummer elf in de 'selectie voor Zijpersluis', is op 15 april 1945 gefusilleerd na een latere aanslag.  

De woede van de weduwe

Een grote boerderij met boomgaard in de Middenbeemster was in het laatste oorlogsjaar een wapendepot. Bedoeld voor ondersteuning van de bevrijders. Ze rekenden op vechtende Canadezen in Noord-Holland, niet op een eerdere capitulatie. Verdedigden Duitsers niet altijd elke meter tot de dood?

Het geallieerde schiettuig werd met droppings aangevoerd. Fruitkweker Jan Prins, zijn zoon Arie en de onderduikers Gerrit Hoogstraaten en Ben Hollander monteerden  en beheerden het arsenaal, dat soms een wapenwinkel leek. Met een etalage omdat de huiskamer een heel groot raam had, met de wapenkisten ervoor. Papa bezwoer steeds dat de hoeve te afgelegen was voor de Duitsers, ze geen zin hadden in de winterkou op partizanenjacht te gaan. 

,,De kisten met stenguns stonden open en bloot voor het grote raam. Dat was het allerstomste’’, zou de weduwe Prins tegen de ook rouwende vader Hoogstraaten hebben gezegd. In de nazomer van 1945 bezocht hij de Beemster, om te horen hoe de laatste onderduikdagen van zijn zoon en de hare verliepen.

Het grotendeels blank staande land, ter verdediging door de bezetter geïnundeerd, zou zelfs een schietoefenterrein  zijn geweest. ,,Ze voeren met de mestschuit over het ondergelopen land een ouwe kippenschuur binnen. Daar konden ze met echte kogels vlak over het water schieten. Dat gaf een doffe knal. Als je niet wist waar die vandaan kwam, dacht je niet aan een schot,’’ zou ze vol afkeer hebben verteld.

Om dan de bitterheid iets te verzachten: ,,Het was zó  gezellig met die onderduikers.’’ Lange avonden zaten de jongens te kaarten en keet te trappen.  

In de nacht van 25  maart 1945 overvielen de Duitsers de boerderij. Ze dreigden de eerst aangetroffen bewoners direct te executeren, daarna verlieten alle onderduikers de schuilplaatsen in de stal. De Duitsers vonden enkele stenguns, reden om iedereen tot terrorist te bombarderen en op te sluiten in de gevangenis van Alkmaar. Als gijzelaars.

Arie Prins, Ben Hollander en Gerrit Hoogstraaten werden 11 april opgehaald om de zeven uit Amsterdam aan te vullen voor de executie in Zijpersluis. Vader Jan Prins viel buiten deze eerste morbide selectie, maar sneuvelde vier dagen later in Sint Pancras voor een vuurpeloton na een aanslag op een spoorbrug, door een andere verzetsgroep.

De boerin mocht 12, 13 en 14 april hopen op de terugkeer van haar man. Daarna werd ze, net als Jo Bons-Bak, weduwe die ook een zoon had verloren. Zij eiste de stoffelijke overschotten op, bestemd voor graven in een oorlogskerkhof. Hun laatste rustplaats is de Gemeentelijke Begraafplaats van Middenbeemster. 

Op de steen geen enkele verwijzing naar de heldendood, alleen sterfdata roepen een vermoeden op.

Dit alles weet ik niet uit archiefstukken, de roman ‘Wat kan ons gebeuren’ is de bron. Van Gerrit Hoogstraaten jr., oomzegger van de doodgeschoten Amsterdamse jongeling en jaren na de oorlog naar hem vernoemd.  

Geshiedschrijving op basis van een roman is discutabel,. Ik doe het na een interview met de auteur. Dat  overtuigde me van correcte weergaves, zeker op hoofdzaken. Niet alleen op basis van wat hij in zijn familie hoorde, hij sprak Hillebrand Prins, de jongere broer van Arie Prins. Als zevenjarige  was deze in 1945 net oud genoeg voor scherpe herinneringen van verschrikkingen, ook aan de latere snijdende grimmigheid van zijn moeder. Het is aannemelijk dat hij die in het hele verdere leven van zijn moeder meemaakte.

De herbegrafenis in Middenbeemster lijkt me een bevestiging. De weduwe vond een graf op de Eerebegraafplaats helemaal geen eer. Haar geliefden daaraan onthouden zie ik als een furieus protest tegen ondoordacht verzet.

Het boek beschrijft voor 90 procent de morele innerlijke conflicten van de grootvader van de auteur, politieman te Amsterdam Leidraad: Hoe volg je vijandelijke bevelen op, hoe ver ga je in tegenwerking? Goed beschreven, openhartig over de discutabele rol van zijn opa, die te volgzaam was. Na de oorlog geschorst, hij mocht gedegradeerd terugkomen. Met een schriftelijke berisping van de koningin en van haar ook een document met een dankwoord voor het offer dat zijn zoon had gebracht. Bijns humor, eigenlijk  helemaal.

Deze schande  in de familiegeschiedenis weergeven, sterkt me in de opvatting dat de beschrijvingen van Hoogstraaten jr. over 'Middenbeemster' kloppen. 

De hoeve is volgens de Oorlogsgravenstichting te vinden op het adres Purmerenderweg 15, Volgens Hoogstraaten jr. kan sprake zijn van een andere plek omdat het adres hernummerd is, maar het eerder genoemde internet-documment van de Oorlogsgravenstichting gaat waarschijnlijk uit van actuele adresgegevens. 

Naar andere informatie over de aanslag op een spoorbrug tussen 11 en 15 april 1945, waarschijnlijk in Sint Pancras, heb  ik nog niet gezocht.  Gebeurtenissen in Amsterdam, het Vechtdal en de Drechtsteden hebben meer prioriteit.

Die intense rouw van die Beemster vrouw is een intense aanklacht tegen terreur op burgers in alle oorlogvoering. 

Meer over de auteur, ISBN en bestelmogelijkheid van het boek op de site van de uitgever.

Volgende pagina: Kervende confrontatie

De namen van enkele 'kleintjes' in het verzet leven voort in de straten van Middenbeemster