Vergeten Verzet van Dirk Bons en zijn zoons

               Vernoemd in een Amsterdamse straat, daarna weinig genoemd

Ook omgebracht

Van de omgebrachte medestrijders van Dirk Bons heb ik weinig documentatie. Ze mogen evenwel niet ongenoemd blijven. Daarom samenvattingen uit de biografieën van de Eerebegraafplaats. De foto's zijn ook uit deze site gekopieerd.

De eerste is de man die Dirk Bons waarschijnlijk het meeste zag, ook voor de oorlog, was bijna-buurman Jacob Miedema. Hij was er niet bij in Zijpersluis. Miedema werd namelijk al op 7 maart in Haarlem doodgeschoten. Hij ligt daardoor in een ander grafvak dan de negen. 

Jacob Miedema, gereformeerd, had een drogisterij schuin onder de etagewoning van het gezin Bons. Vanaf 1943 verleende hij hulp aan onderduikers, was hij aangesloten bij de Trouw-groep en KP Reintje de Vos. De winkel aan de  Witte de Withstraat was post-, contact- en vergaderadres en ook nog opslagplaats voor levensmiddelen. Miedema was betrokken bij vervoer en opslag van wapens. Hij werd verraden en op 10 januari 1945 gearresteerd. Zoon Leendert werd ook gearresteerd. Dochter en koerierster (voor Bons) Corrie dook onder in Friesland. Leendert (3 oktober 1920) werd gedeporteerd naar Neuengamme en Bergen-Belsen en overleed in mei 1945 in een Amerikaans veldhospitaal in Mecklenburg.




Johannes Petrus van Kan, bijnamen Ketel en Potter,  was katholiek, zelfs hoofdbestuurslid van de Nederlandse Katholieke Metaalbewerkersbond. Van Kan was een belangrijke assistent voor Dirk Bons.  In maart 1942 werd hij ambtenaar bij de distributiedienst in Amsterdam en sluisde duizenden bonkaarten door naar de onderduikers van Dirk Bons, voorzag vervalste documenten van stempels. Vanaf juli 1944 was Van Kan in KP Reintje de Vos intendant, ofwel wapenmeester.



 



 

 

David Blom (10/12/1903) was eerst propagandist van de Nederlandse Unie, omstreden wegens een aanvankelijk vriendelijke houding tegenover de bezetter. Nadat die club op 13/12/1941 was ontbonden, ging Blom in het verzet. Zo verzamelde hij wapens en munitie. In juli 1944 trad hij toe tot Reintje de Vos. Als adjudant verzorgde hij vooral de intendance, administreerde Blom de uitreiking van voedsel, geld en documenten.



 

 



Ko Heeren (‘Rolf’) was sportleraar vanaf november 1943 op de 4e Ambachtsschool aan de Postjesweg in Amsterdam. Individueel hielp hij onderduikers, onder andere aan vervalste persoonsbewijzen. In september 1944 trad hij toe tot KP Reintje de Vos.  Heeren gaf wapeninstructie, begeleidde wapentransporten en organiseerde depots voor wapens, munitie, uitrustingsstukken en levensmiddelen. Hij overviel zwarthandelaren, zoals twee zaken in de Van Baerlestraat. Bij de inval in de Händelstraat werd een FN-pistool 7.65 mm op hem gevonden.






Dirk Botterweg was nieuw in Reintje de Vos. Geboren in Tiel, was in het hele land actief in de illegaliteit, versterkte pas op het laatst de Amsterdamse gelederen. meer over zijn verzetsleven in  'Vreemdeling'.  









Robbert Cijfer 14 september 1919 was half-joods. Als jonge dichter publiceerde hij veel in literaire bladen.  Hij beschouwde het als “een daad, juist nu de vlam der dichtkunst te laten branden, ook al is haar licht schijnbaar gering bij de brand der vernietiging”. In de loop van 1944 verspreidde hij steeds vaker de illegale bladen Het Parool (hij bezorgde 120–150 exemplaren per dag), De Vrije Katheder en De Nieuwe Amsterdammer. Op 31 maart 1945 werd hij ’s avonds bij het verspreiden van Het Parool nabij zijn ouderlijk huis, door een patrouille van Landwachters en SS’ers gearresteerd. Hij belandde in de dodencel. Hoewel hij geen relatie had met het vier dagen eerder gearresteerde zestal van Reintje de Vos, is hij met hen gefusilleerd. 


 


Gerrit Hoogstraaten (6 juni 1925) werkte de eerste oorlogsjaren bij de Rijksbelastingdienst. Toen die functie de jonge man niet meer tegen de Arbeitseinsatz kon beschermen, dook hij begin 1944 onder bij fruitkweker Jan Prins in Noordbeemster. Hij werd wapeninstructeur van de Binnenlandse Strijdkrachten en verspreidde illegale lectuur. Op 27 maart werd hij bij een inval van de Feldgendarmerie opgepakt, samen met Ben Hollander, Jan Prins en diens zoon Arie Prins. Hoogstraaten, Hollander en Arie Prins werden 11 april als gijzelaars toegevoegd aan de zeven uit Amsterdam.


 


 


De fusillade in Zijpersluis telde twee negentienjarigen. Ben Hollander was 25 oktober 1925 geboren in Delft, dus vier maanden jonger dan Hoogstraaten. Hij heeft in Duitsland gewerkt, maar keerde na een verlof niet terug en dook onder in de boerderij van Arie Prins. Hij had een bewakingsfunctie van het wapendepot op het terrein. Hoewel niet de hele voorraad gedropte wapens is gevonden, werd bij de inval van 27 maart de vondst van twee instructiewapens en een handgranaat de onderduikers en zoon Arie Prins fataal. Ook vader Jan stierf vier dagen later in Sant Pancras door de kogel. 


 


 


Van Arie Prins is geen biografie beschikbaar. Hij is op verzoek van de familie als enige van de tien begraven in zijn geboorteplaats, op de Gemeentelijke begraafplaats Middenbeemster. Informatie over hem van lezers is welkom.


 

Volgende pagina: Eldorado