Hieronder het volledige artikel van Jan Meijles, beschreven in 'Uniek zonder heroïek'.

“Zijper Historie Bladen” is een uitgave

van de Historische Vereniging „DE ZIJPE”

Verschijnt 4 x per jaar

Opgericht 10 november 1982

39e jaargang nr. 1, maart 2021   

Losse nummers à € 5,- verkrijgbaar in het Zijper Museum, Schagerweg 97B, Schagerbrug (zondag- maandag- en donderdagmiddag 12:00 – 16:30 uur)

Alle uitgaven van de ZHB zijn volledig doorzoekbaar op internet: www.dezijpe.nl/cgi-bin/zhb.pl Uitgaven ouder dan 5 jaar zijn volledig te bekijken en te downloaden.


‘DE OPGEHEVEN HAND’ BIJ ZIJPERSLUIS

Jan Meijles

In dit artikel gaan we in op het ontstaan van het monument ‘De Opgeheven Hand’ bij Zijpersluis, op de maker ervan en op de indruk die het beeld maakt op verschillende mensen. De maker ervan is beeld- houwer Willem Reijers, oorspronkelijk afkomstig uit Arnhem. Hij was van 1930 tot 1945 woonachtig in de directe omgeving, voornamelijk in Bergen en enige tijd in Groet. 1)

 We putten voor onze informatie uit enkele bron- nen, zoals het Nieuw Noordhollands Dagblad, de Schager Courant, de Zijper Historie Bladen, de site Vergeten Verzet (van Dirk Bons en zijn zoons) en het boek Willem Reijers uit de reeks ‘Monografiën van Nederlandse Kunstenaars´ van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Dit laatste boek kwam ik bij toeval tegen in een museumwinkel, waar de foto van de hand op de voorpagina prijkte.

 Dat beeld staat sinds mijn jeugd op mijn netvlies gebrand, toen ik regelmatig logeerde op de boerderij van mijn grootvader Jan Gerrit Dekker aan de Grote Sloot 4 in Zijpersluis. Het monument stak altijd indruk- wekkend uit boven de hoge berm van de Rijksweg aan de overkant van het Noord-Hollands Kanaal.

 In een volgend nummer van de ZHB wordt ingegaan op de aanleiding van de aanslag op de brug aldaar en de reden van fusillade van tien (jonge) verzetsman- nen uit Amsterdam en Alkmaar, die daar niets mee te maken hadden.

Het initiatief

Volgens het Nieuw Noordhollands Dagblad van 15 april 19452) heeft er al op 11 april 1945 een eerste herdenking van de tien door een Duits Son- derkommando gefusilleerde (jonge) mannen uit Amsterdam en Alkmaar plaatsgevonden. Volgens deze krant waren op de zondagmorgen van 11 april 1946 duizenden mensen uit de hele provincie aanwezig. Kort na de bevrijding was er op de plek van de fusillade al een eerste provisorisch houten herdenkingskruis geplaatst op de grens tussen de toenmalige gemeenten Schoorl en Zijpe. Aan de opstaande paal hing een bord met de eenvoudige tekst: “Voor hen die vielen. 11 april 1945.”3)

Op deze herdenking wordt onder andere het woord gevoerd door de leider der Gewestelij- ke sabotagetroepen te Amsterdam, Th. van Dorp. Dit vanwege het feit dat zeven van de vermoor- de mannen behoorden tot de ‘Knokploeg Linie West’ uit Amsterdam. Zes van deze zeven, inclusief hun leider D. Bons, vormden de ‘staf’ van deze verzetsgroep, die in totaal uit wel ca 1500 mensen bestond.4). De andere drie waren zeer jonge ver- zetsstrijders (tussen 19 en 22 jaar oud) uit Alkmaar.

 

Van Dorp refereert aan de inzet van deze ver- zetsmensen met de woorden: “Jongeren hier aanwezig, op de scholen leert men vele lessen, doch hier leert het leven een les, dat het erom gaat zijn plicht te doen naar eer en geweten. (..) Gij grooteren weet hetgeen hier geschiedde te waar- deren. Een plaatselijk comité uit illegaliteit en organisaties zullen hier in samenwerking met het Waterschap een waardig monument oprichten dat hun herinnering levendig zal houden en tevens een voortdurende aanklacht zal blijven voor hen, die ons vijf jaren hebben getrapt”. (De samenwerking met het waterschap betrof waarschijnlijk de mede- werking aan de locatie van het monument, nl. op de oever langs de Hargervaart aldaar, JM).

Prijsvraag

Al kort na de fusillade werd in september 1945 in Burgervlotbrug een comité gevormd dat zich ten doel stelde het kruis te vervangen door een duur- zamer monument. Na de oorlog was er overigens overal in ons land grote behoefte ontstaan aan herdenkingsmonumenten. De Nederlandse Kring van Beeldhouwers bewerkstelligde dat alle op te richten monumenten beoordeeld werden door de speciaal daartoe in het leven geroepen Provinciale en Centrale Commissies. Daardoor waren er voor goede beeldhouwers veel opdrachten beschikbaar.

5) Een Commissie ‘Gedenkteeken Zijpersluis’, bestaande uit oud-illegalen, zamelde geld in en schreef een prijsvraag uit voor het ontwerpen van een gedenkteken.

 

Er waren vier inzendingen van schetsontwerpen van de hand van Reijers, de schilder Piet Wiegman uit Schoorl (en tegeltableau), Jan Willem Rädecker (naar eigen zeggen met ‘iets wat het aanzien niet waard was geweest; iets met ene kruisvorm met omvallende korenhalmen’ aldus Arkesteijn in zijn boek over Reijers) en een onbekend gebleven ont- werp van de architect C. de Leeuw uit Zijpe.

 

(Jan Willem Rädecker is overigens de beeldhouwer die het Nationale Monument op de Dam in Am- sterdam heeft ontworpen en uitgevoerd. Hij is na de oorlog jarenlang woonachtig geweest in Eenigen- burg, tegenover de Hervormde Kerk aldaar, JM).

 

Het voorstel van Reijers betrof volgens Arkesteijn “een simpel compact ontwerp met een directe me- taforische kracht. Hij presenteerde een model voor een ruim 2 m hoge hand en onderarm, oprijzend uit een ½ meter hoge terp. Op de pols, onder de handpalm bevindt zich een duif, die de vleugels uitslaat in een opwaartse beweging; de rug van de arm en hand worden (aan de achterkant dus) ge- steund door een kruis.


1  ‘Willem Reijers’. Uit de Reeks Monografieën van Neder- landse kunstenaars van het Prins Bernhard Cultuurfonds. R. Arkesteijn. Waanders Uitgevers Zwolle. 2004

Artikel ‘HELDEN-HERDENKING TE ZIJPERSLUIS’ in

Nieuw Noordhollands Dagblad, editie Schagen, 15 april 1946. 3 Website ‘Vergeten Verzet (van Jan Bons en zijn zonen)’ . Gerard Bons. (www.vergetenverzet.nl)

4   Artikel ‘EN WIJ GEDENKEN HEN’ van Mique Bons in

ZHB, 19e jaargang nr. 2, pag. 16.

5   Informatie uit ‘Willem Reijers’ van Roel Arkesteijn, pag. 34. Waanders Uitgevers, Zwolle. 2004.

De dynamische voorzijde en de statische rug van de hand zijn met elkaar verbonden door de gesti- leerde, ornamentale vleugels van de duif met het karakteristieke ritmisch patroon van parallelle gol- vende lijnen.”



Arkesteijn
geeft aan dat het vanaf het begin duide- lijk was dat Reijers’ inzending verreweg het meest geslaagd was, maar het heeft weinig gescheeld of zijn ontwerp was niet uitgevoerd.

 

Eén van de commissieleden, die tevens oud-mede- verzetsstrijder van Reijers was, volhardde in zijn afwijzing van Reijers’ model. (Reijers was niet bijster gelukkig geweest in zijn opereren als ver- zetsstrijder door zijn vaak onbesuisde optreden, aldus informatie van Arkesteijn elders in het boek over hem, JM).

 

De auteur vervolgt met: “J.W. Rädecker herinnert zich dat de voorzitter van de commissie de protes- ten van het commissielid uiteindelijk negeerde en besliste dat Reijers’ schets gerealiseerd werd. 6) ‘Het fraaie en symbolieke ontwerp van den Heer Reijers verkreeg den voorkeur’ zo liet de Schoorl- se burgemeester op 5 april 1946 (in een intern, niet openbaar memo, JM) weten aan A.M. Hamma- cher, toentertijd hoofd van de afdeling Beeldende Kunsten van het Ministerie van Onderwijs, Kun- sten en Wetenschappen”. Dat ministerie diende toestemming te verlenen voor de plaatsing van nieuwe monumenten.


De - bekende - journalist Jan Brusse, een goe- de vriend van Reijers, meldde rond die tijd in het dagblad De Waarheid dat de sculptuur in sep- tember 1946 klaar zou zijn. De afhandeling van de procedure nam echter meer tijd in beslag. Uit- eindelijk gaf de minister pas op 13 februari 1947 toestemming tot het plaatsen van het monument. Op 3 mei 1947 werd het ‘Monument voor een fu- sillade te Zijpersluis’, zoals het officieel genoemd werd, onthuld.

Er was wederom massale belangstelling. Er is een uniek filmpje van deze onthulling gemaakt, dat op de website ‘Vergeten Verzet’ te zien is: www. dirkbons.nl. Naderhand is het monument bekend geworden onder de naam ‘De Opgeheven Hand’ of soms ook gewoon ‘De Hand’. Aan de voet van de terp, waarop het monument staat, is een pla- quette aangebracht met de naam en leeftijd van elk van de tien gevallenen.

Opvallend is dat hierop de tekst van het bord van het oorspronkelijke houten monument: ‘Voor hen die vielen’ op de plaquette is overgenomen. De plaquette blinkt uit door een eenvoudige rechttoe rechtaan Noord-Hollandse nuchterheid. Ondui- delijk is wie verantwoordelijk is voor de tekst en uitvoering van de plaquette.

Zeggingskracht van het monument

Met het monument was Reijers’ naam in één klap nationaal gevestigd. “Het kubistisch-geabstraheer- de beeld was van een geheel andere aard dan de op klassiekere tradities gestoelde naturalistische beeldhouwkunst van de meeste van zijn tijdgeno- ten”, aldus Arkesteijn.

 

Op oorlogsmonumenten werden tot dan toe vaak heroïsche strijders afgebeeld die de vijand over- wonnen. Daar is bij dit monument totaal geen sprake van, integendeel.

Reijers had in het voorjaar van 1939 inspiratie voor nieuwe vormen van beeldhouwkunst op- gedaan tijdens een stage van vier maanden in het atelier van de beeldhouwer Zadkine in Parijs. (De maker van het monument ‘De verwoeste stad’ in Rotterdam).

 

“Het monument werd vooral geroemd vanwege de ‘elementaire expressieve beeldspraak, de sobe- re, gesloten vormgeving en de manier waarop de verticale hand in de vlakke polder opdoemt als een waarschuwend, bezwerend signaal’. In de kunst- kritiek werd gewezen op het gebaar van de hand, dat tegelijkertijd protest en afweer, als een roep om vrede uitdrukt. In Nederlandse oorlogsmo- numenten zouden nog vele handen en duiven en kruizen volgen, maar nergens bezitten ze de sug- gestieve werking die ze in Zijpersluis hebben.

Ook vandaag de dag nog wordt het gedenkteken in Zijpersluis gezien als misschien wel het origi- neelste en doeltreffendste oorlogsmonument in Nederland. Door de ligging in de polder is het monument bovendien een plek van contemplatie.


Binnen Reijers’ oeuvre is het gedenkteken in Zij- persluis te beschouwen als zijn magnus opum” zo besluit Arkesteijn.

Vanaf het begin hebben de herdenkingen, die vanaf 1947 op 4 mei worden gehouden, onder flinke be- langstelling gestaan. Bijzonder is dat er om 19.30 uur vanuit beide gemeenten (eerst Zijpe en Schoorl en sinds enkele jaren door fusie de gemeenten Schagen en Bergen) een stille tocht begint. De aan- wezigen komen elkaar na twintig minuten tegen en verzamelen rond de terp.

Van begin af aan worden geen toespraken gehouden en na de twee minuten stilte om 20.00 uur blijft het ook na die twee minuten stil. Zelfs de vlag halfstok wordt niet omhoog gehesen. Hiermee wordt de stilte na de fusillade gesymboliseerd.7)

 

In augustus 1995 wordt het gehele monument, van de weg af gezien, 10 meter naar achteren geplaatst, in verband met de aanleg van een parallelweg langs de Rijksweg. Rond het monument is boven op de terp een ring van zeshoekige tegels aange- bracht, waardoor bezoekers bij de herdenking geheel rondom het monument kunnen lopen. Het is jammer dat vrijwel alle tegels door onkruid zijn overwoekerd. Dit doet afbreuk aan het geheel van dit indrukwekkende monument.

 

6   Mondelinge mededeling J.W. Rädecker aan Arkesteijn. Eenigenburg, 23-01-2002.

7   Website ‘Vergeten Verzet’ (van Jan Bons en zijn zonen)’, Gerard Bons.



Ervaringen van ‘voorbijgangers’

Hierbij geven we enkele reacties weer die we in verschillende literatuurbronnen zijn tegengeko- men. Om te beginnen een overdenking van Pierre Jansen. (De van de televisie bekende kunstkenner (Openbaar Kunstbezit) uit de jaren zestig en ze- ventig van de 20e eeuw, JM). Deze zijn met zijn overdenkingen bij andere oorlogsmonumenten uit de Tweede Wereldoorlog speciaal gebundeld in het ‘Nationaal Comité 25 jaar Bevrijding’ op 5 mei 1970. 8)

Vergeet niet hoeveel

Aan de kant van de dijk in Noord-Holland staat een monument om ons te waarschuwen: laat het nooit weer gebeuren! Nooit meer zo’n verschrik- kelijke oorlog! De mensen hebben haast op de dijk. Auto’s rijden naar Alkmaar en naar Den Hel- der. De bestuurders moeten op de weg letten. Ze hebben geen tijd om naast de dijk te kijken. Daar bij het dorpje Zijpersluis, staat in het gras een gro- te stenen hand. De hand wijst omhoog. ‘Halt’ zegt de hand. Pas op! Denk aan wat er gebeurde. Ver- geet niet hoeveel mensen moesten sterven!’

De hand is in steen gehakt door de beeldhouwer Willem Reijers. Als je de dijk afloopt, als je dich- terbij komt, zie je dat het niet alleen een hand is.


Kijk maar: er zit wat tegenaan en er zit wat om- heen. Doe nu eens je best héél goed te kijken. Gebruik je fantasie eens. Dat ding er voorop, dat zou een vogel kunnen zijn, een duif. Je ziet zijn staart. Je ziet ook de kop, met twee ogen en een snavel.

 

En aan weerskanten spreidt de duif zijn vleugels om de pols van de hand. Kijk, die ronde bogen, daarmee zijn de vleugels uitgebeeld. Ik weet wel, een echte duif ziet er anders uit. Maar dit moet ook geen échte duif zijn. Dit is een monument om je ergens aan te laten terugdenken. Je hoeft de duif niet echt te zien, je kunt aan een vogel den- ken. Aan een grote waarschuwende hand en aan een vogel. Waaraan denk je bij een vogel? Aan zijn vrijheid. En dat je een vogel gauw kunt pijn doen: een vogel is teer. Grote mensen denken bij een duif ook aan de menselijke geest, aan het menselijk denken en aan het menselijk gevoel. Aan de on- schuld van de vogels die niet meevechten. Aan de vrede. Je weet dat bij de Olympische Spelen witte duiven worden losgelaten. Dat zijn de duiven van de vrede.

Al je om de hand van Zijpersluis heen loopt, zie je op de achterkant een kruis getekend. Denk aan de doden, zegt het kruis. Denk aan de mensen, die ons land verloor.hrijver en beeldhouwer Jan Wolkers, die jarenlang vanuit Amsterdam naar Texel langs het monument reed. Hij geeft in 1994 in een interview zijn volgende impressie: 9)

 

‘Altijd als ik langs het Noord-Hollands Kanaal rijd en ik kom bij Zijpersluis langs het monu- ment dat Willem Reijers maakte, de gestileerde hand van steen die uit het landschap oprijst alsof hij de onderwereld die ons toen overheerst heeft een halt wil toeroepen, zie ik de mannen voor me die afgebeuld op een stille plek terechtgesteld werden. Grijze schimmen in de ochtendmist, die als een schreeuw van stilte wegzakken ter aarde. Dan tracht ik door het geluid van het salvo heen de beelden op te roepen die door hun geest dwar- relden, waarmee ze de eeuwigheid zijn binnen gegaan. Een geliefde, een vrouw, kinderen, ouders, huisdieren een vertrouwde omgeving. Daar heb ik geen 4 mei voor nodig om dat te herbeleven en veel meer dan twee minuten stilte’.

In het boek ‘Verzet in West-Friesland’ treffen we opeens een gedicht over het monument aan, van de hand van één van de auteurs van dat boek, dokter Rein C. Posthuma, in het hoofdstuk over verzets- man Jan Sinnige uit Warmenhuizen. 10)

 

De hand

De weg is lang, naar noord, naar zuid en volgt de nik in het kanaal.

De polder strekt zich westwaarts uit, Groen en verlaten, boomloos, kaal.

Omhoog klauwt daar een hand in machteloos gebaar.

Op deze plaats in ’t polderland

Vielen de tien, twee nog geen twintig jaar!

Nòg streed men dag en nacht, Maar het einde kwam eraan. Geen van hen had verwacht,

Zó voor de dood te moeten staan.

Hoe eenzaam klopt het hart, als je in de lopen ziet,

met open oog hun ogen tart,

totdat het moordcommando schiet.

Bedenkt, u die dit leest:

wie zich op de ideologie verlaat, verlaat de eigen geest

en pleegt als mens verraad.


Willem Reijers

 

We eindigen met een gedicht van de Bergense dichter Adriaan Roland Holst over de beeldhou- wer. Hij kende Reijers sinds de periode dat deze voor de oorlog in Bergen als beeldhouwer werkte. Het is een In Memoriam uit 1960 voor de overle- den beeldhouwer. 11)

 

De kop van een rashond uit een goed nest; een blik, op kans uit de steen, en vast

de hand, die de kans grijpt – en dan, op eenmaal, die grootte lach. – De stilte nam de rest.

 

Nawoord

Ik wil hierbij mijn dank uitspreken aan de redactie van dit blad voor het kritisch meedenken bij het tot stand komen van dit artikel en het meedenken over en zoeken van de bijgeplaatste foto’s.

 

8        Een paar minuten is het stil. Pierre Jansen. Nationaal Co- mité 25 jaar bevrijding. 5 mei 1970. Samson, Alphen aan den Rijn.

9        Zwarte Bevrijding, pag. 49 en 50. Jan Wolkers. Stichting

Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, ter gele- genheid van de Boekenweek. De Bezige Bij. Amsterdam 1995.

10     Jan Sinnige, verzetsman in de Geestmerambacht. Sjoerd

Leijker, in ‘Verzet in West-Friesland’. Pirola Schoorl. 2e druk, november 1990.

11      Willem Reijers, voornoemd. Pagz. 84. Waanders Uitge-

vers. Zwolle. 2004.